Tarzan en de Vuren van Tohr
door Edgar Rice Burroughs
(34)
100. Zijn zwarte manen wapperden in de
wind, zijn muil wijd opengesperd, de ogen keken wild naar
zijn prooi toen het dier met geweldige vaart op d'Arnot
afvloog. Plotseling sprong de reusachtige Rathoriaan naar
voren en duwde den Fransman opzij: "Ga weg, Paul d'Arnot!"
Terwijl hij bukte liet Ukah zich op een knie vallen, precies
in het pad van het aanvallende dier. Snel plantte hij 't
uiteinde van zijn speer op den grond naast zich en richtte
de punt op de harige borst. Op het juiste oogenblik liet
Ukah de speer los en rolde opzij. Het groote dier was zelf
in de speerpunt gesprongen en viel op de grond, terwijl hij
zijn doodskreet uitte. Nog een laatste stuiptrekking en het
dier was dood. "Dat was schitterend, mon ami! Met jouw
kracht behoeven we de wilde dieren niet te vrezen," zei
d'Arnot. De Rathoriaan knikte zelfbwust. "Voor de dieren ben
ik niet bang. Maar het oponthoud is voor ons gevaarlijk,
want de olifanten-patrouille van Tohr zal ons wel aan het
opsporen zijn en ze zullen het zoeken niet zo vlug opgeven.
Onze moeilijkheden zijn nog maar nauwelijks begonnen, Paul
d'Arnot!"
101. "We zullen Rathor nooit tijdig
genoeg bereiken om Tarzan te hulp te komen, als we de reis
te voet moeten maken," zei Ukah, "dus moeten we een olifant
zien te bemachtigen." — "En waar?" vroeg d'Arnot, "zullen we
zoo'n dikhuid vinden?" — "Bij onze vijanden, misschien
morgen!" was het wonderlijke antwoord van Ukah...
Den volgenden dag waren Tarzan en O'Rourke in de
juweelengroeven van Tohr. Dit waren grote putten, uitgehakt
in de aarde, waar de felle zon onbarmhartig brandde. Hier
werkten vele slaven, die al half dood waren, mannen van Tohr
en Rathor, met kettingen aan elkaar geklonken, met hun
houweelen, terwijl de lucht vervuld was met klaagliederen.
O'Rourke hield even op om het zweet van zijn oogen af te
vegen. Snel kwam een bewaker naar hem toe en hief zijn zweep
op. Het lange einde sloeg om hem heen en sneed hem diep in
het vlees. "Jouw zwijn!" riep Perry uit. "Als ik niet
vastgebonden was, rukte ik je zwarte hart uit je lichaam!" —
"Stil," fluisterde Tarzan, "denk er aan dat Ahtea hun
opgedragen heeft ons te doden, als we ons verzetten." "Als
je je rustig houdt," raadde de aapman kalm aan, "zal ik
misschien wel een manier vinden om te ontsnappen, een
gevaarlijke manier, maar de moeite waard om te proberen!"
102. Perry keek Tarzan sceptisch aan.
"Wat bedoel je met het vinden van een uitweg? Met deze
kettingen om onze enkels — kerel, wat ben je optimistisch."
— "Ik kan de kettingen breken," zei de aapman rustig.
"Waarom doe je het dan niet We rennen dan weg." Tarzan
schudde het hoofd. "De hele troep bewakers zou ons nazetten
nog voordat we onze vlucht begonnen waren. Neen, O'Rourke,
er is een betere weg. Muiterij — muiterij onder de slaven,
die hier met ons leven." — "Dat is een groots idee," zei
Perry, "zelfs al zouden we er bij sterven." Tarzan had
bemerkt, dat sommige slaven uitgekozen waren voor een
speciale marteling. Dit waren alleen Rathorianen. Een van
hen werkte juist links van hen. Terwijl de bewaker aan den
anderen kant van de groeve was, ging Tarzan heel voorzichtig
naar den gelen arbeider toe. Aan het eind van zijn ketting
gekomen, keek de aapman opzij en zag dat de slaaf hem vanuit
zijn ooghoeken gadesloeg. "Wat wil je? Weet je niet dat het
verboden is met elkaar te praten en dat dit ons beider dood
kan betekenen?" zei de man tamelijk ruw.
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.