home

De Zoon van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs


(31)



91. Meriem reed met de ruiters van Bwana slechts korte tijd mee, tot zij een besluit had genomen. Ze riep de leider naast zich en deelde hem mee: "Ik ga terug naar Bwana". De zwarte schudde het hoofd. "Bwana zei, dat ik U thuis moest brengen", zei hij. Hij voelde, dat hij goed op haar moest passen. Meriem lachte bij zichzelf. Even later, toen het paard onder een laaghangende tak door gelopen was, zag de zwarte aanvoerder tot zijn ontsteltenis, dat het zadel van het meisje leeg was. Een onderzoek naar haar bleek nutteloos en zij waren verplicht hun reis zonder haar voort te zetten, want Baynes ijlde van de koorts. Door de bomen rende Meriem terug naar het punt waar zij geloofde, dat Tantor heen was gegaan en waar de olifanten dikwijls vergaderen, ten Oosten van het dorp van de Sheik. Zonder te rusten vervolgde zij uren lang haar weg. Haar instinct had haar niet in de steek gelaten, want opeens rook zij de lucht van Tantor. Tweemaal had zij de gewone roep van de grote apen gehoord. Meriem haastte zich nog meer. Spoedig kwam de grote olifant (Tantor) in zicht, die de paal, waaraan Korak vastgebonden was, met zijn slurf omhoog hield. "Korak!" riep Meriem vanuit het gebladerte boven hem. De olifant legde zijn prooi op de grond en met een woedend getrompetter wilde hij de vijand van zijn vriend aanvallen. De aapman, die haar stem herkende, voelde een brok in zijn keel. "Meriem", riep hij terug. Gelukkig sprong het meisje op de grond en rende naar Korak toe om hem te bevrijden, maar Tantor boog zijn hoofd en uitte een waarschuwing. "Ga terug, Meriem, ga terug! Hij zal je doden!" riep Korak. Hij trachtte het dier te kalmeren beval hem weg te gaan, zodat het meisje hem kon bevrijden. Maar het was tevergeefs. Tantor stond niemand toe Korak aan te raken.





92. Korak zocht naar een oplossing. Ze moesten Tantor voor de gek houden. "Doe alsof je weggaat", riep hij tegen Meriem. "Blijf voor de wind en volg ons." Toen ze verdwenen was, beval hij de olifant hem opnieuw te dragen. Ze liepen verder door de jungle, tot ze bij een open plek kwamen. Hier zei Korak tegen Tantor hem neer te leggen en wat water voor hem te halen in zijn slurf. Een ogenblik aarzelde het dier met flappende oren en opgeheven slurf. Tantor is van nature wantrouwig. Toen verdween hij in de richting van een kleine kreek. Maar nauwelijks was de grote olifant verborgen achter het dichte gebladerte, of hij keek om naar de open plek zonder zelf gezien te worden. Hij wilde even wachten en er zich van overtuigen, dat alles in orde was. Ah! Het was maar goed, dat hij gewacht had. Daar sprong ze uit de bomen en rende vlug naar Korak. Ze had een lang mes in de hand! De kleine ogen van Tantor waren wild van woede. Zijn staart stond recht omhoog. Hij liet haar bij Korak komen voordat hij uitviel — en die vreemde, witte aap zou geen kans hebben om weg te komen!
Meriem was juist naast Korak geknield, toen de olifant vreselijk schetterend uit de jungle aan kwam rennen, recht op het tengere jonge meisje af. Korak schreeuwde tegen zijn grote beschermer in de hoop hem tot staan te brengen, maar het hielp niet. Meriem rende terug naar de bomen. Maar Tantor haalde haar in, met de snelheid van een exprestrein. Korak lag waar hij het vreselijke drama kon zien. Het koude weet brak hem uit en het leek, alsof zijn hart ophield met kloppen, want hij wist maar al te goed, hoe dit alles zou eindigen. Hij wilde zijn ogen sluiten, maar kon niet. Zijn keel was droog en verschroeid. Tantor moest Meriem nu bereikt hebben. Nog enkele stappen, en....





93. Nooit in heel zijn wilde leven had Korak zo'n angst gehad, nooit tevoren had hij geweten, wat angst was. Meriem kon misschien de bomen bereiken voordat Tantor haar had ingehaald, maar zelfs haar vlugheid zou haar niet buiten het bereik van de slurf brengen.... ze zou naar beneden worden getrokken en vertrapt. Wat was dat?.... De ogen van Korak puilden uit hun kassen! Een vreemd schepsel liet zich uit de boom vallen, welke Meriem juist bereikt had. Het was een blanke man, een reus, die voor het meisje recht op de olifant af ging. Hij was ongewapend, en keek roekeloos naar wat een zekere dood scheen. Met een hand opgeheven keek hij de wilde Tantor aan. Er kwam een scherp commando over de lippen van de vreemdeling. Het grote dier hield stil. Meriem had zich ondertussen in een boom in veiligheid gebracht. Korak slaakte een zucht van verlichting. Toen hij daarna keek naar de geredde Meriem kwam er langzaam een blik van herkenning in zijn ogen, die groot werden van ongeloof en verbazing.
Tantor, die boos was, zwaaide heen en weer voor de blanke reus, die nu recht onder de opgeheven slurf stond en een enkel woord tegen het dier sprak. De woede verdween uit de ogen van de olifant en toen de man zich naar Korak begaf, volgde Tantor hem tam op de voet. Meriem, die dit alles gezien had, was ook stom verbaasd. Opeens keerde de man zich om en ze zag zijn gezicht! Met een kreet van "Bwana!" sprong het meisje op de grond en rende naar hem toe zonder dat de olifant haar iets deed. Met hun drieën liepen ze naar de hulpeloze Korak. Hij lag daar met een wanhopige vraag om vergeving in zijn ogen. "Jack, mijn zoon!" riep de blanke reus, terwijl hij naast de aapman neerknielde. "Vader!" kwam er hakkelend over de lippen van de doder. "Gelukkig dat U het was. Niemand anders had Tantor kunnen tegenhouden."



vorige volgende



De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.