De Zoon van Tarzan
door Edgar Rice Burroughs
(29)
85. De oude man had Meriem juist in
een apart vertrek geduwd, toen het mes van Korak een opening
van zes voet in het tentdoek sneed. De krachtige figuur van
de jonge jungle-Adonis sprong er door en stond voor de
verbaasde ogen van degenen, die in de tent waren. Meriem zag
en herkende hem op het moment, dat hij verscheen en haar
hart sprong op van vreugde. "Korak!" riep ze. "Red me!"
"Meriem!" Korak gilde het woord bijna in zijn verbazing, dat
hij haar hier als gevangene vond. De vingers van de doder
sloten zich om de keel van de woedende Ali. Zijn mes zonk
diep in diens lichaam en van de Arabier hadden ze niets meer
te vrezen. Korak keerde zich tot Meriem en op 't zelfde
ogenblik sloop er 'n deerniswekkend mens de tent in.
"Morison!" riep het meisje uit. Korak keerde zich om en zag
de man, die hij in een boom had achtergelaten. In plaats van
Meriem in zijn armen te nemen, aarzelde Korak. Wat betekende
deze man voor haar en zij voor hem? Een gevoel van wanhoop
steeg op bij de aapman. Er klonken verschillende
alarmkreten. Er kwamen mensen naar de tent lopen. Er was
geen tijd te verliezen. "Vlug", riep Korak tot Baynes, die
nauwelijks wist of hij tegenover vriend of vijand stond.
"Breng haar naar de palissade. Hier is mijn touw, hiermee
kunt U over de heining komen en U redden". "Maar jij,
Korak?" riep Meriem. "Ik blijf hier", antwoordde de aapman
grimmig, "ik heb nog een appeltje te schillen met de Sheik!"
Meriem aarzelde, maar de doder greep hen beiden beet en
duwde hen door de opening in het tentdoek naar buiten, de
duisternis in. "Vooruit rennen!" commandeerde hij en keerde
zich om, teneinde zijn vijanden te ontmoeten. De aapman
vocht als een wilde, vocht zoals hij nooit te voren had
gedaan; maar de vijanden waren te talrijk, maar hij won wat
hij wenste..... tijd, om de vlucht van Meriem en de
Engelsman mogelijk te maken. Toen werd hij overweldigd door
de wilden, die hem vastbonden en naar de tent van de Sheik
brachten.
86. De Sheik keek lange tijd naar
Korak zonder te spreken. Hij dacht aan welke vorm van
marteling hij de voorkeur gaf om dit schepsel te pijnigen,
dat zich tweemaal tussen hem en Meriem had gesteld. Van
achter de palissade klonk het getrompetter van een olifant.
Er gleed een lachje over het gezicht van Korak en hij uitte
een lage. wilde kreet, voordat een van de zwarte bewakers
hem dit kon beletten. Niemand wist de betekenis van deze
roep. behalve Tantor in de jungle, die met zijn oren flapte
op het geluid van Koraks stem. Hij bereikte de palissade en
terwijl hij zijn slurf omhoog stak, snoof hij. De Sheik in
zijn tent stond eindelijk op en terwijl hij naar het
gebonden slachtoffer wees, zei hij tegen twee van zijn
grootste slaven: "Verbrandt hem! Dadelijk!" Zij droegen
Korak naar een paal op een open plek in het midden van het
dorp en bonden hem daar stevig aan vast. Daarna haalden zij
brandhout, dat zij hoog rondom hem opstapelden. De Sheik
kwam naar het gebeuren zien. Maar Korak vertrok geen spier
van zijn gezicht, zelfs niet toen de vlammen omhoog schoten.
Weer uitte hij dezelfde lage kreet en deze keer antwoordde
de olifant. Buiten de palissade had Tantor zijn kop tegen de
houten spijlen gezet en drukte er tegen, maar de palissade
was sterk en gaf slechts weinig mee onder de druk. Het
geluid van Koraks stem, die hem riep en de lucht van mensen,
zijn vijanden, vervulde het grote dier met woede en wrok
tegen deze barrière, die hem tegen hield. Hij drukte
nogmaals tegen de houten binten. Dan keerde hij zich om,
hief zijn slurf op en terwijl hij door luid getrompetter
uiting gaf aan zijn woede liep hij in volle vaart met
gebogen kop als een levende stormram van vlees, beenderen en
spieren recht op de sterke afscheiding toe, die krakend
ineen viel.
87. Het woedende dier rende door de
ontstane opening, Korak hoorde hem komen en maande tot spoed
aan. De vlammen kwamen al dichter en dichter bij de aapman,
toen de zwarten, die het geluid achter zich hoorden, zich
omdraaiden en de enorme Tantor op hen af zagen komen.
Schreeuwend sloegen zij op de vlucht en toen de olifant bij
hen was, sloeg hij de mannen van de Sheik naar links en
rechts, terwijl hij de vlammen uittrapte, die zijn vriend
kwaad zouden kunnen doen. De Sheik rende naar zijn tent om
zijn geweer te halen. Tantor sloeg zijn slurf om het lichaam
van Korak en de paal, waaraan deze vastgebonden was en trok
deze uit de grond. De vlammen raakten zijn gevoelige huid,
gevoelig ondanks zijn dikte — zodat in zijn ijver om zijn
vriend te redden van het gehate vuur, hij niet erg
zachthandig met de aapman omsprong. Terwijl hij zijn prooi
hoog boven zijn hoofd hief, rende Tantor naar de
doorgebroken plek in de palissade. Met het geweer in de hand
kwam de Sheik aanlopen, precies op het pad van het wild
geworden dier. Hij hief zijn geweer op en vuurde een keer;
de kogel miste zijn doel. Tantor was bij hem en vertrapte
hem onder zijn logge poten, terwijl hij over het lichaam van
de Sheik heenliep, alsof er slechts een vlieg op zijn weg
had gezeten. Toen, terwijl hij zijn prooi voorzichtig verder
droeg, kwam Tantor de olifant aan de opening, die hij zo
juist had gemaakt en liep de duisternis van de jungle in.
Meriem en Baynes waren ongezien bij de palissade gekomen
toen het geluid van het tumult hen bereikte. Het meisje,
verward door het onverwachte weerzien van Korak, die zij
reeds lang dood had gewaand, liep als in een droom verder.
"Zij zullen hem doden!" fluisterde zij. "We moeten
teruggaan." Behoedzaam keerden zij op hun schreden terug,
iedere stap was gevaarlijk, want het hele dorp was ontwaakt
en liep door elkaar.

De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.