home

Tarzan en de Vuren van Tohr
door Edgar Rice Burroughs

(43)

 

127. Tarzan, O'Rourke en Kailuk stonden daar vastgebonden aan de palen en nog steeds had Ahtea het teken niet gegeven. Het leek alsof de aapman er geheel onverschillig onder was, maar zijn ogen namen de gehele omgeving scherp op en legden iedere kleinigheid in zijn hersenen vast. Ahtea sprak tot Dr. Wong. "Ze krijgen nog een laatste kans, voordat de zwepen zullen knallen. Gaat U naar hen toe en vraag het hen. Als een van hen de naam van den aanstoker noemt, dan zullen geen van allen geslagen worden. Als geen van allen iets wil zeggen, dan zal ik ze alle drie laten doodranselen." Er was een geheimzinnige uitdrukking in de schuine ogen toen de Chinees zich naar de slaven haastte. "Ga weg, hier vandaan, jij dubbelhartige duivel!" riep Perry. "Niemand van ons zal zijn lippen openen om jou iets te vertellen." Dr. Wong maakte een diepe, ironische buiging. "Het is waar, dat zwijgen goud is, maar in dit geval leidt het u tot niets." De Oosterling ging dicht op Tarzan toe en keek den aapman strak aan. "Ik weet, Tarzan, dat jij de leider van de muiterij bent!"




128. "Wie vertelde je, dat ik het was?" vroeg Tarzan. Wong haalde de schouders op. "Is het nodig, dat men vertelt van de moed van een leeuw en de vrijheid van een olifant?... En als je wilt bekennen, zullen je vrienden worden gespaard voor de vreselijke martelingen hier aan de palen." — "Misschien worden we toch niet geslagen." zei Tarzan met een eigenaardige glimlach. "Misschien zullen moed, zooals die van een leeuw of wijsheid als die van een olifant ons komen helpen. Zo Dr. Wong, verder hebben we U niets te zeggen. Laten we nu maar met de zaak beginnen." — "Misschien heb je er een goede reden voor om niet te willen spreken," zei de Chinees in gedachten. Toen wenkte hij Ahtea, dat zijn zending mislukt was. De koningin van Tohr stond op en stak een hand in de hoogte. Dit beteekende, dat de zwepen met volle kracht zouden neerkomen. De aandacht van O'Rourke werd plotseling getrokken door het grote, onrustige dier, dat door Mungo bereden werd. "Kijk, Tarzan! Zwarte Malluk!" fluisterde hij. De aapman knikte. "Ik zag hem straks al. De wijze, oude Malluk zal een belangrijke rol spelen in ons kleine drama, hoop ik!"




129. Met een koninklijk gebaar gaf Ahtea het sein. De bewakers hieven de zwepen op, gereed om toe te slaan. Op dit ogenblik had de aapman gewacht om zijn wanhopige poging te doen. Zijn ogen rustten op de Zwarte Malluk, den grooten olifant, die door Mungo bereden werd in de stoet van de koninklijke lijfwacht. Malluk was de vriend van Tarzan. Nu zouden die vriendschap en de kracht van Tarzan beproefd worden. Met luide stem riep de aapman: "Malluk! Tarzan yo!" Het grote dier hield op met rusteloos heen en weer zwaaien. Zijn grote oren klapten als zwarte vleugels heen en weer. Hij lichtte zijn slurf op en trompetterde luid. Plotseling rende hij voorwaarts naar den aapman toe. Mungo, die probeerde het dier te stoppen, stak zijn speer diep in de huid van den olifant. Met een woedend gebrul sloeg Zwarte Malluk zijn sterke slurf naar boven om het been van zijn pijniger. Met een machtige zwaai gooide de jungle-reus den gelen man op den grond. De woede van Malluk stak ook de andere olifanten aan. Paniek! Verwarring!






De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.