Tarzan en de Vuren van Tohr
door Edgar Rice Burroughs
(40)
118. Als een massieve kogel uit een
katapult, schoot Vandor op Tarzan af en trachtte den
dodelijke greep van Tarzan te breken. Maar nu mengde de
sterke Kailuk, de Rathoriaan, die zag in wat voor
moeilijkheden Tarzan en O'Rourke zich bevonden, zich in de
strijd. Het gerammel van kettingen vermengde zich met het
geschreeuw van de vechtende mannen. De bewakers kwamen
aanrennen. Terwijl ze ruw hun bevelen uitschreeuwden,
scheidden ze de vechters en ranselden met hun zweep Rutang
af, die met den aanval was begonnen. O'Rourke, misselijk en
duizelig, stond onvast op zijn beenen. "Die duivelsche
Rutang overviel me ongemerkt," zei hij, "en hij zou me
gedood hebben, als je me niet gered had, Tarzan. Maar ik zal
beter opletten. Dat zal hij me niet voor een tweede keer
lappen." "Ik denk niet, dat hij het nog eens zal probeeren,"
verklaarde de aapman. "Maar hij is op een andere manier veel
gevaarlijker. Als hij eenig idee krijgt van onze
muiterij-plannen, dan zal hij ons verraden, op die manier
zal hij weer in de gunst van Ahtea komen, zijn eigen
vrijheid terugkrijgen en zich op ons wreken!"
119. Tarzan waarschuwde Kailuk om
niets van hun muiterij-plannen tegen Rutang of Vandor te
zeggen, en vertelde er bij, dat hij bang was, dat Rutang hem
zou verraden om weer bij Ahtea in de gunst te komen. Maar de
aapman wist niet, dat de echte spion zich onder de slaven in
de groeve bevond. Een dom uitziende slaaf, die Runik heette,
deed zijn werk goed. Kailuk had vertrouwelijk met hem
gesproken en Runik nam de eerste de beste gelegenheid te
baat om de opwindende inlichtingen aan Mungo mee te deelen,
die zich op zijn beurt weer naar Ahtea haastte. De koningin
van Tohr kon haar oren nauwelijks geloven. "Wat! Een opstand
onder de slaven in de juwelengroeve? Onmogelijk! Zij zijn
half doode en gebroken mensen, ze zijn met kettingen
vastgemaakt en ongewapend. "Maar ik geloof Runik. Hij weet
wat de straf is voor valse inlichtingen." Ahtea stond op,
haar gezicht was vertrokken van woede. "We zullen handelend
optreden. We zullen het complot in de kiem smoren. De
aanstichters zullen voor de leeuwen worden geworpen, dat is
hun straf, Mungo! We gaan dadelijk naar de juwelengroeve.
Laat de koninklijke olifanten gereed maken en voorrijden!"
120. Dr. Wong wenste het bezoek van
Ahtea aan de juwelengroeve te beletten om een hem zelf
onverklaarbare reden. "Laat Kailuk, de aanstichter, hier
brengen en spreekt u persoonlijk met hem," stelde hij voor.
"Neen," zei Ahtea, "er zullen er wel meer in het complot
zijn. We moeten hen allen in de val laten lopen!"...
Het leek wel, of het geluk zich tegen Tarzan had gekeerd.
Terwijl de koningin op weg was naar de groeve, ondervonden
ook Ukah en d'Arnot enkele tegenslagen, waardoor ze hun doel
om hulp te halen voor den aapman niet spoedig genoeg
bereikten. Nadat ze aan de Tohrianen waren ontsnapt, kwamen
ze midden in een kudde olifanten terecht. Slechts door de
geweldige kracht van Ukah gelukte het hun den dikhuid veilig
buiten de kudde te brengen. Ten slotte kwamen ze bij een
meertje, waar ze afstapten om uit te rusten, terwijl hun
olifant dronk. Maar het dier, nog zenuwachtig van zijn
ontmoeting met zijn wilde soortgenoten, werd opeens razend.
En bijna op hetzelfde ogenblik bespiedde d'Arnot een bende
op olifanten gezeten mannen, die de open plek overstaken
naar het water toe. "Een patrouille van Tohr!" zei hij
verslagen. "We zijn verloren!"
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.