Tarzan en de Verboden Stad
door Edgar Rice Burroughs
(32)
94. Terwijl de koning binnentreedt,
kijkt Magra hem met een ijskouden blik aan. "Ga weg!"
beveelt zij. Herat lacht haar uit. "Het is niet verstandig
van een gevangene om bevelen te geven aan den koning. Ik ben
het, die hier te bevelen heeft!" Op dat oogenblik wordt de
deur opnieuw geopend en koningin Mentheb staat in de
deuropening. "Ga weg hier uit de kamer!" schreeuwt zij tot
den koning. "Je hebt mij het lot van dit meisje in handen
gegeven, ik zal dus haar vonnis vellen. Morgen zal zij
sterven. Heb je het gehoord?" De koning pruttelt wat tegen
doch verlaat de kamer. In het land van Thobos is de koningin
de koning. Magra wordt alleen gelaten om over haar
toekomstig lot na te denken. Als zij toch op de een of
andere manier moet sterven, wil zij een poging wagen om te
ontvluchten. Ze zal Tarzan van de Apen volgen. De koning van
de jungle heeft haar weliswaar steeds genegeerd, doch dat is
haar eigen schuld geweest, en het eenige wat zij wenschte
is, bij hem te zijn, opdat hij haar zal kunnen beschermen.
Dien nacht pleit Magra tegen Thetan. "Ik zal U helpen",
verzekert hij haar, "omdat U met Tarzan bevriend bent en
omdat Tarzan mij het leven heeft gered. Volg het pad aan de
westzijde van het meer. Dat loopt naar Athair — en mogelijk
naar den dood door de handen van de wilde Athairianen!"
95. Thetan's kennis van de geheime
paden maakt het Magra mogelijk, dat zij ongezien de cel van
Gregory kan bereiken. Onmiddellijk is deze bereid tezamen
met haar te trachten te ontkomen. Iedere daad, hoe
gevaarlijk ook, is beter dan het doelloos afwachten. Eenmaal
buiten het paleis, volgen zij het pad, dat naar Athair
leidt. Zij begrijpen wel, dat zij waarschijnlijk regelrecht
hun noodlot tegemoet loopen, maar zij aarzelen niet, want
zij willen liever sterven met hen, die hun dierbaar zijn,
dan alleen het leven nog voort te sleepen...
Frederik Gregory zou radeloos van angst zijn geweest, als
hij op dat oogenblik Helen had kunnen zien, die door Tarzan
schijnbaar levenloos uit het water wordt getrokken. De
aapman past kunstmatige ademhaling bij haar toe. Gelukkig
leeft zij nog! Zij kan goed zwemmen en is de laatste
oogenblikken op haar rug gaan drijven om nog zooveel
mogelijk van de laatste restjes lucht te kunnen profiteeren.
Vlug helpen de beide mannen haar in het waterpak. Daarna
brengt Herkoef hen weer over den bodem van het meer. Doch de
ptomen, die hen achtervolgen, ontdekken hen en rennen hen
achterna, om de drie menschen weer gevangen te nemen. In de
stilte die er op de groote diepte onder water heerscht,
dringt geen enkel waarschuwend geluid tot de vluchtelingen
door.
96. Zwijgend vervolgen de zes ptomen
hun weg door het water, terwijl zij er zorg voor dragen, dat
geen enkel geluid hun aanwezigheid verraadt. Doch Tarzan is
even waakzaam als een dier uit het oerwoud. Hij zou al jaren
geleden den dood hebben gevonden, als hij in zijn prilste
jeugd niet geleerd had, dat oplettendheid een eerste
levensvereischte is. Het is een gewoonte van hem om zoo nu
en dan achterom te kijken, daardoor komt het ook, dat hij nu
de ptomen ziet. Hij weet dat vluchten nutteloos is. Helen is
verzwakt door het vreeselijke avontuur, dat zij zoo juist
heeft meegemaakt. En de ptomen zijn in het water beter thuis
dan zij. Dus is vechten hun eenige hoop. Helen is geheel van
streek sinds zij in de waterkamer is achtergelaten.
Natuurlijk heeft zij noch Tarzan, noch Herkoef herkend in
hun waterpakken. Zij gelooft, dat zij door de ptomen gered
is, van den eenen dood om een anderen, nog vreeselijker dood
tegemoet te gaan. Maar als de grootste van haar twee
metgezellen naar de achtervolgende ptomen wijst, begrijpt
zij, dat zij in vriendenhanden is. Tarzan beduidt haar te
blijven staan. De drie vluchtelingen gaan nu met de ruggen
tegen elkaar staan, in afwachting van den aanval. En het
duurt niet lang, of de ptomen hebben hen bereikt!
De inhoud op deze pagina staat onder :
copyright 2013-2015 by Marten Jonker.